Veelgestelde vragen Banenafspraak & Praktijkroute WG

In het doelgroepregister staan mensen met een arbeidsbeperking. Zij hebben vaak moeite een baan te bevinden of vast te houden. Het zijn mensen met een lichamelijke of mentale handicap.

Dit ziet u in het Landelijk Doelgroepregister (LDR). U hebt hiervoor het Burgerservicenummer van uw medewerker nodig. Op deze website kunt u de check doen: Werknemer heeft Wajong of staat in het doelgroepregister | UWV | Werkgevers

Iedereen die in het Landelijk Doelgroepregister staat heeft een indicatie banenafspraak . Deze werknemers zijn door een ziekte of handicap minder productief dan andere medewerkers. Ze kunnen bijvoorbeeld minder lang achter elkaar doorwerken, zijn sneller afgeleid of kunnen niet elke taak doen. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden. Als uw medewerker een indicatie heeft dan zijn er voor u en uw werknemer allerlei (financiële) hulpmiddelen die ervoor zorgen dat uw medewerker het werk kan (blijven) doen.

Een indicatie Beschut Werk krijgt iemand die door ziekte of handicap in een speciale, veilige en aangepaste omgeving moet werken. Dit noemen we ‘beschut’. Er is extra veel aandacht voor de situatie van de medewerker. Het is iets anders dan dagbesteding, want de medewerker krijgt gewoon salaris.

Een proefplaatsing is een periode waarin een werknemer zonder salaris werkt. Deze houdt gewoon de uitkering. Als alles goed gaat dan ontvangt de werknemer na de proefplaatsing een contract. In dit contract mag geen proeftijd opgenomen worden. Het contract is voor minimaal 6 maanden en een vast aantal uren per week. Vanaf dat moment betaalt u de werknemer salaris. Een proefplaatsing wordt in overleg met u en de werknemer ingezet. Ook de periode bepalen we samen.

Een jobcoach begeleidt medewerkers op de werkplek. Samen met u en uw werknemer spreekt de jobcoach doelen af. En helpt de medewerker die doelen te halen. Voorbeelden van doelen zijn: leren zeggen wat je wel/niet fijn vindt, leren hoe je vragen kunt stellen of op tijd komen. Het kunnen ook doelen zijn om het werk beter/sneller te doen. Ook als werkgever krijgt u hulp van de jobcoach. Met elkaar zorgen jullie dat de werknemer het werk goed kan (blijven) doen. 

U betaalt deze werknemer precies hetzelfde als elke andere werknemer in dezelfde functie. Heeft de medewerker een lagere loonwaarde dan de anderen? Dan krijgt u structurele loonkostensubsidie. De loonwaarde wordt via een loonwaardemeting vastgesteld.

Een medewerker met een indicatie banenafspraak kan een beperkte loonwaarde hebben. Dit betekent dat deze medewerker minder productief is dan andere medewerkers in dezelfde functie. De loonwaarde is een percentage. Het verschil tussen de loonwaarde en het minimumloon wordt aangevuld. De maximale vergoeding is 70% van het minimumloon. Is het loon binnen uw organisatie hoger dan minimumloon? Dan krijgt u dus niet het hele bedrag vergoed.Een voorbeeld:

Werknemer heeft een loonwaarde van 50%. Binnen uw organisatie is het bruto uurloon €13,00. Het minimumloon is €10,00. U krijgt via de loonkostensubsidie het verschil tussen de loonwaarde en 100% van het minimumloon vergoed. In dit voorbeeld krijgt u dus 50% van 10 euro vergoed. En niet 50% van 13 euro.  

Met een loonwaardemeting wordt de loonwaarde van een medewerker bepaalt. Dit is nodig om de hoogte van de structurele loonkostensubsidie te bepalen. Het betekent dat wordt onderzocht hoe productief de medewerker is vergeleken met andere medewerkers in dezelfde functie. De meting wordt gedaan door een onafhankelijke loonwaardemeter gedaan. Deze gaat op de werkplek in gesprek met de werkgever en de werknemer. En loopt een paar uur mee waarbij gekeken wordt naar tempo, kwaliteit en netto werktijd. De hele loonwaardemeting duurt ongeveer een dagdeel. De loonwaardemeter maakt een uitgebreide rapportage die met werkgever en werknemer wordt gedeeld. Gaan beiden akkoord dan gaat de rapportage naar het Werkplein. En wordt de loonkostensubsidie geregeld.